Dit verkiezingsjaar stelden weer heel wat mensen zich kandidaat voor een politiek mandaat. Jongeren warm maken is niet altijd evident. We geven deze keer dan ook graag het woord aan de jongste schepen. Als eerste is het de beurt aan Bart Lambrecht, schepen van Aartselaar.
Met welk gevoel begint u aan deze legislatuur?
Hoewel ik met mijn 38 jaar de jongste schepen ben in het Aartselaarse schepencollege, begin ik weldra toch al aan mijn 3elegislatuur en dus mijn 13e jaar als schepen. Ik beschouw mezelf dus niet meer als een jonkie. Dat was meer het geval toen ik in 2012 op mijn 26 jaar werd aangeduid in het schepencollege. Qua anciënniteit behoor ik weldra zowaar zelfs al tot de nestors van de nieuwe gemeenteraad.
Waar zal uw focus liggen de komende jaren?
Er verandert wat in mijn bevoegdheden. Openbare Werken verdwijnt, maar ik krijg er Financiën en Participatie bij. Zeker Financiën is toch iets waar ik naar uit kijk en me verder in wil verdiepen. Verder behoud ik Mobiliteit, Sport, Communicatie en Dierenwelzijn in dat pakket. Bovendien word ik nu 1eschepen, wat betekent dat ik tijdens de vakantie van onze burgemeester haar zal moeten vervangen. Heel wat uitdagingen dus.
Om welke reden(en) bent u op jonge leeftijd in de politiek gestapt?
Politiek heeft me altijd gefascineerd, al van jongs af aan. Me inzetten voor de ‘res publica’ beschouw ik als het hoogste goed. Na mijn studies ben ik op mijn 23 jaar als parlementair medewerker beginnen werken. Enkele jaren nadien deed ik zelf mee aan de verkiezingen en werd meteen schepen. En die bal is nu dus nog steeds aan het rollen…