Skip to main content

Kunstschilder Werner Van Hoylandt verhuisde van Reet naar Antwerpen en woont en werkt nu in Frankrijk

‘Oudere jongeren’ kennen Werner Van Hoylandt (74) nog als de zoon van de uitbaters van café De Sportvriend aan de Molenstraat in Reet. Zelf zou hij nooit achter den toog maar wel achter zijn schildersezel staan. Tekenen en schilderen waren reeds als jonge knaap zijn dada. Zijn werk werd al vlug gewaardeerd, zeker ook toen hij naar Antwerpen verhuisde en er professioneel aan het werk ging. Ruim veertig jaar geleden vond hij in Frankrijk een vaste stek.

Foto’s: Werner Van Hoylandt

Reeds op heel jonge leeftijd was Werner Van Hoylandt een verwoed tekenaar. Naast zijn technische opleiding vervolmaakte hij zijn hobby in diverse teken- en schilderacademies. Zijn talent was voor velen duidelijk. Het zou hem naar grootstad Antwerpen en later naar de zuidwestregio in Frankrijk doen verhuizen. Zijn werk wordt internationaal gelauwerd. Maar hoe zou het ondertussen met Werner zelf zijn? We haalden de man vanachter zijn schildersezel en vroegen hem meteen naar zijn verste herinneringen.

Werner: “Mijn grootouders en later mijn ouders hielden inderdaad café De Sportvriend aan de Molenstraat 19 in Reet open. Zelf heb ik er nooit achter den toog gestaan. Ik zat liever te tekenen. Na mijn tijd in de jongensschool volgde ik reeds tijdens de periode in de PTS in Boom tekenlessen in Kontich. Later ging ik verder leren tekenen en schilderen in de academie in Schoten.”

Blijkbaar werd je talent al vlug ontdekt?

Werner: “Ik ben reeds op 15-jarige leeftijd professioneel beginnen tekenen. Dat was voor, een toen erg moderne, drukkerij aan de Venusstraat in Antwerpen. Gedurende vijf jaar was ik er werkzaam op de dienst fotogravure. Door de stijgende vraag om mijn werk besloot ik in 1971 met een eigen atelier te starten. Naast stripverhalen vielen mijn schilderijen blijkbaar ook in de smaak.”

“Ferre Grignard en Wannes Van de Velde waren mijn vrienden

Advertentie

Verliet je Reet toen reeds?

Werner: “Voor een deel wel natuurlijk. Alhoewel mijn hart er toen en nu nog altijd blijft voor kloppen en mijn familie er nog woont. Maar ik had Antwerpen ontdekt. Zo werd ik goede maatjes met Jan, de uitbater van het vermaarde café De Muze. Ik herinner me nog de vele gesprekken die ik onder meer met Ferre Grignard en met Wannes Van de Velde had. Diens vrouw heeft me trouwens nog pianoles gegeven. Het zijn herinneringen die niet vervagen. Maar toch, na een tijd, trokken nieuwe horizonten me aan.”

Blijkbaar vond je die horizonten in Frankrijk.

Werner: “Ja, alhoewel dat ook een beetje per toeval was. Ik kreeg in 1975 een uitnodiging via vrienden om bij hen op bezoek te komen. Ik ervaarde meteen een klik. Mooi weer, prachtige natuur, rustige omgeving. En uiteindelijk was ik een beetje uitgekeken op de drukte in de grootstad. Alhoewel we letterlijk geen enkele frank hadden kregen we toch een lening om er een huisje te kunnen kopen.”

Woon je nog steeds in dat huisje dan?

Werner: “Nog wel in die regio maar niet meer in dat huisje dat ik in 1981 opgelapt kreeg. Eigenlijk ben ik sindsdien ook een beetje actief geworden in de immobiliënbranche. Een huis kopen, opknappen en verkopen om een nieuwe woning te kopen en te renoveren. Om tussendoor even tot rust te komen, zette ik me aan het schilderen. Ondertussen heb ik al een gezegende leeftijd maar dat schilderen blijf ik doen zolang ik leef en kan.”

“Als ik mocht herbeginnen zou ik weinige zaken anders aanpakken

Is schilderen een lonende bezigheid dan?

Werner: “Ik schat dat ik ondertussen reeds een 2500-tal werken heb afgeleverd. Afleveren mag je letterlijk nemen want vaak gaat het om bestellingen. Vroeger waren het vaak stillevens terwijl het de laatste tijd meer en meer om portretten gaat. Vorig jaar heb ik samen met mijn neef Frans Van Damme, de vroegere uitbater van café Den Bengel aan de Grote Markt in Antwerpen, nog een boek ‘Entre ciel et l’enfer’ uitgegeven ter gelegenheid van de jubileumeditie van de Ronde van Frankrijk. Daarin stonden van mijn hand tal van portretten van legendarische coureurs.”

En wat mag de toekomst nog brengen?

Werner: “Oh ik heb nog wel wat plannen hoor. Nog eens gedag komen zeggen in Reet is er een van. Twee jaar geleden ben ik naar het Laarkasteel betrokken. In een van de kamers hangt dankzij vzw Brooikens nog een werk van mij. Dat is ook hert geval in het Rumstse  gemeentehuis trouwens. Verder staat hier in Lot komt begin volgend jaar een grootse overzichtstentoonstelling van mijn werk gepland. Samenvattend kan ik zeggen dat ik tevreden kan terugblikken op mijn leven. Als ik mocht herbeginnen zou ik weinige zaken anders aanpakken.”

Advertentie