Skip to main content

Een historische wereldtitel, Europees zilver en olympisch brons: Matthias Casse (24) is voor ons en voor vele andere Rupelianen de sportman van het jaar, maar in een jaar van sportieve overvloed ging die titel naar Wout Van Aert. Het maakte 2021 er niet minder fantastisch op voor de Hemiksemmenaar.

“Het was fantastisch, maar in Parijs 2024 wil ik Olympisch goud”

Jean-Marie Dedecker, de man die in de jaren negentig het Belgische judo internationaal op de kaart zette en over alles een mening heeft en die ook graag toetert, stak na de verkiezing van Sportman van het jaar zijn ontgoocheling niet onder stoelen of banken. “Dat moest altijd Matthias zijn na zo’n jaar. Ik fret mijn kimono op.”

Dat heeft de burgervader van Middelkerke tot nader order nog niet gedaan en Matthias zelf kon het beter relativeren. “Judo komt minder in de media en ik moest het in die verkiezing met Wout Van Aert en Bashir Abdi opnemen tegen twee toppers. Ik wist dat het als judoka moeilijk zou worden om die verkiezing te winnen. Ik kan alleen maar tevreden zijn, ik heb er dit jaar alles uitgehaald wat er in zat. Door mijn schouderblessure kon ik in Tokio maar aan 80 procent van mijn mogelijkheden vechten en moest ik tevreden zijn met brons. Wat al heel wat betekende want vier weken voor de Spelen dacht ik zelfs dat ik niet zou kunnen deelnemen. Ik had vijf jaar voor die Olympische Spelen getraind en alles leek verloren. Het heeft weinig gescheeld of ik was thuis gebleven. In mijn eerste twee kampen zag je trouwens dat ik traag op gang kwam. Nu goed: het grote doel is nog niet bereikt. In Parijs 2024 wil ik olympisch goud. En wil je Sportman van het jaar worden heb je dat vanuit een sport als judo ook nodig.”

Casse’s hoogtepunt is voor hem dan ook niet het olympische brons, maar dat historische goud op het wereldkampioenschap. In juni werd hij in Boedapest de allereerste Belgische man die dat flikte. “Qua uitstraling staan de Spelen misschien iets hoger, maar voor mij is die titel misschien toch het hoogtepunt van het jaar geweest.”

Advertentie

 

2021 was ook op een ander vlak een topjaar. “Sinds het begin van 2021 ben ik inderdaad samen met mijn vriendin Grace. Alle hoogte- en dieptepunten hebben we samen beleefd. Ik ben ervan overtuigd dat ze een belangrijke rol heeft gespeeld in mijn successen. Altijd was ze er om mij te steunen. Dat en een goede gezondheid zijn toch het belangrijkste. Alles verbleekt daarbij.”

Veel tijd om stil te staan bij al die verkiezingen en ceremonies had Casse niet. Midden december zat hij alweer in het buitenland, in de kerstperiode was er een stage gepland. Business as usual dus alweer. “Ik kijk er al naar uit om mijn wereldtitel in 2022 te verdedigen. Met een EK en een heleboel Grand Slams wordt het weer een gevuld jaar.”

Dat Casse ook in Parijs de topfavoriet zal zijn – hij is dan 27 – is duidelijk. Gewezen topjudoka Ingrid Berghmans noemde hem bovenaards toen ze hem voor het eerst op een video op facebook zag kampen, Dirk Van Tichelt die hem zeven jaar lang als sparringpartner had, voorspelt zelfs dat het beste nog moet komen. “Toen hij mijn sparringpartner werd, voelde ik natuurlijk meteen dat hij veel potentieel had, maar zo zijn er nog, véél zelfs. Het verschil zit hem in wat je ermee doet. Natuurlijk is een olympische titel in Parijs mogelijk.  Als je wereldkampioen wordt, ben je immers zonder twijfel ook een gedoodverfde kandidaat voor olympisch goud, maar judo is en blijft een fatale sport. In enkele seconden kan die droom waarvoor je vijf jaar gewerkt hebt uit elkaar spatten.”

De Rupelstreek heeft hem intussen aan de borst gedrukt. Hemiksem eert zijn bekende kampioen bij elke terugkeer, het ouderlijke huis wordt versierd, er zijn fandagen, de plaatselijke bakker maakte na de Spelen zelfs medaillegebakjes. In Boom, Niel en Schelle vinden ze dat hij ook een deeltje van hen is omdat hij er als van kindsbeen af bij het succesvolle Fudji Yama traint. En Matthias was zelfs een van de gezichten van de campagne van het plaatselijke vaccinatiecentrum RupeLaar. Iedereen wil stilaan een stukje van Casse.

Het verhaal achter de Casse’s is dan ook opvallend. Vier broers, allevier topsporters want Matthias en Jeroen (zelf ook al Belgisch kampioen) doen aan judo, Vincent en Robin zijn de top in het acrogym. Hun ouders die zelf nooit aan sport deden, reden tien jaar lang Europa rond met hun vier sportieve Heemskinderen. “Eerst waren dat lokale wedstrijdjes, dan ging dat al eens naar Wallonië en Noord-Frankrijk enzovoort. Het gebeurde dan weleens dat de ene een wedstrijd had, dat we naar huis reden en dan de dag nadien terug moesten rijden omdat we om een of andere reden niet konden blijven slapen”, zegt mama Els. “Uiteindelijk trokken we de hele wereld rond en op den duur stonden al onze gezinsvakanties in het teken van de internationale wedstrijden van onze mannen. We hebben in Colombia gezeten, China, Polen, Canada: te veel om op te noemen. Heel tof om te doen natuurlijk. Hoeveel kilometers we onze zonen achterna gereisd zijn, is niet meer te tellen.”

Sinds Matthias uit een koffer leeft, is dat moeilijker geworden. De hele familie zit dan in Hemiksem aan het scherm gekluisterd, de rest van de Rupelstreek volgt mee op een groot scherm. “Papa kijkt niet mee, die moet er niet van weten van al die spanning. En mama kijkt vooral in de keuken, uitgesteld, als de uitslag al bekend is”, klinkt het bij de broers. “Het is een fantastisch jaar geweest”, zegt Jeroen. “En als je een broer hebt die op de Olympische Spelen heeft gestaan, dan weet je dat niets onbereikbaar is. Matthias geeft ons het gevoel dat alles kan. Als ik over drie jaar samen met Matthias op de Olympische Spelen in Parijs kan staan (in een andere gewichtsklasse, red.) zou dat toch fantastisch zijn?”

Leave a Reply